Wet DBA
Per 1 mei 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) definitief in werking getreden. Deze was in de plaats gekomen van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Het doel van de wet was schijnzelfstandigheid tegengaan. Door de wet DBA zijn zzp’ers en opdrachtgevers samen verantwoordelijk geworden voor de relatie die zij met elkaar aangaan. Opdrachtgevers en ZZP’ers en/of freelancers moesten aan het werk met modelovereenkomsten.
In het regeerakkoord 2017-2021 is het voorstel opgenomen de wet DBA te vervangen, omdat de wet DBA onrust en onduidelijkheid heeft gebracht. Door onzekerheid bij opdrachtgevers kon een aantal echte zelfstandige ondernemers bijvoorbeeld minder opdrachten krijgen. Daarom wordt de Wet DBA vervangen. Met het vervangen van de wet DBA wil men meer zekerheid. De nieuwe wet moet de opdrachtgever van echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking.
De opschorting van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is verlengd tot 1 januari 2020, terwijl het vorige kabinet besloot de handhaving uit te stellen tot 1 juli 2018. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.
Kwaadwillenden
Wel wil het kabinet vanaf 1 juli 2018 meer gaan doen om “kwaadwillenden” aan te pakken. Dat zijn gevallen van uitbuiting of het bewust ontduiken van premies en belastingen aan wat het kabinet de onderkant van de arbeidsmarkt noemt.
De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:
1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Gezagsverhouding
Of iemand een werknemer is, wordt onder meer bepaald door de vraag of er sprake is van een gezagsrelatie. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om voor 1 januari 2019 te verduidelijken wat dit begrip – onder de huidige wetgeving – inhoudt. Het kabinet gaat in overleg met de betrokkenen over de knelpunten en zal in een hoofdlijnenbrief nog voor de zomer toelichten hoe dit begrip verduidelijkt wordt.
Ook over andere onderwerpen is nauw contact met belangenorganisaties. Het kabinet wil dat de nieuwe wet- en regelgeving aansluit bij wat er leeft in de praktijk. Daarom worden veldpartijen, zoals zzp-organisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de uitwerking. Onlangs was er een kick-off bijeenkomst met het veld. Bij het uitwerken van de hoofdlijnen van de nieuwe maatregelen zal het kabinet deze partijen opnieuw uitnodigen.